Er is nog een lange weg te gaan voordat Noord-Nederland werkelijk de groene waterstofregio van ons land en Noordwest-Europa is. Het initiatief kreeg echter onlangs opnieuw een duwtje in de goede richting. Van minister Wiebes dit keer.
Een brief die minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat eind maart aan de Tweede Kamer verzond, kreeg ook in het Noorden een warm onthaal. Het schrijven betrof de kabinetsplannen met groene waterstof, waarmee het landsdeel grote plannen heeft.
Wiebes heeft lang geaarzeld of hij de portemonnee zou trekken voor het subsidiëren van projecten met groene waterstof. De bewindsman is echter ‘om’. In de brief noemt hij ‘CO2-vrije waterstof een noodzakelijke schakel in een duurzaam energiesysteem’.
‘Nieuwe banen, schone lucht’
“Inzet op duurzame waterstof in Nederland schept nieuwe banen, verbetert de luchtkwaliteit en is essentieel voor de energietransitie”, aldus de VVD-bewindsman. De nu nog onrendabele productie van groene waterstof kan in de nabije toekomst voor het eerst rekenen op subsidie voor duurzame energie (SDE).
Ook belooft de minister steun aan innovatieprojecten rond de groene energiedrager. En dat alles met de inzet: groene waterstof betaalbaar maken. De prijs kan volgens de minister de komende tien jaar met 50 tot 60 procent omlaag. Uiteindelijk moet groene waterstof kunnen concurreren met de ‘grijze’ (uit aardgas gemaakte) waterstof, waarvan in Nederland jaarlijks zo’n 8 miljard kubieke meter wordt gemaakt.
Dolblij
Cas König, directeur van Groningen Seaports, is dolblij met het kabinetsstandpunt. ,,De minister geeft aan dat groene waterstof een belangrijk deel van de oplossing voor het CO2-probleem is. En dat de Eemsdelta een prominente rol heeft voor Nederland en Noordwest-Europa in de productie, opslag en distributie. Zijn verhaal sluit naadloos aan op alle projecten waar wij hier mee bezig zijn. Groene waterstof maken is heel duur. Die financiële steun is noodzakelijk om op termijn groene waterstof zonder subsidie te kunnen produceren. Wat de minister schrijft is dus heel belangrijk.“
Groningen Seaports heeft een voortrekkersrol bij de ontwikkeling van de groene waterstofeconomie in het Noorden. Professor Ad van Wijk lanceerde in januari 2017 het plan daarvoor. Hij schreef dat in opdracht van de Noordelijke Innovation Board. Het idee: op momenten dat een toekomstig woud van windparken op zee meer elektriciteit produceert dan nodig is, wordt die goedkope stroom gebruikt om groene waterstof te maken.
Steeds meer steun voor lobby
De noordelijke lobby krijgt steeds meer steun voor die gedachte. In maart vorig jaar committeerden de grote industriële bedrijven in Groningen en Drenthe zich aan het plan met een investeringsagenda van 2,8 miljard euro. De EU erkende Noord-Nederland in oktober vorig jaar als eerste waterstofregio van Europa – Hydrogen Valley – met een subsidie van 20 miljoen euro.
Eind februari presenteerden Gasunie, Shell en Groningen Seaports zich als het consortium NortH2 dat vanaf 2027 een enorm windpark op de Noordzee wil bouwen met uiteindelijk een vermogen van 10 gigawatt. Met dat vermogen zouden 12,5 miljoen huishoudens van elektriciteit kunnen worden voorzien.
Waterstoffabrieken (elektrolysers) in de Eemshaven en later bij de windparken op zee moeten 800.000 ton groene waterstof gaan produceren dat via het (grotendeels bestaande) Gasunie-netwerk zijn weg moet vinden naar de industriële clusters in Nederland en Noordwest-Europa. Een haalbaarheidsstudie moet volgend jaar uitwijzen of het project financieel uit kan.
Enthousiasme, maar ook scepsis
Behalve met enthousiasme, is het plan van NortH2 ook met scepsis ontvangen. Er zijn vele miljarden mee gemoeid. König: ,,Je kunt groene waterstof alleen betaalbaar maken als je het zo groot aanpakt.” Robert van Tuinen, manager strategy & business development bij GSP, is ervan overtuigd dat de Eemsdelta de regio bij uitstek is waar de prijs voor groene waterstof naar een betaalbaar niveau is te brengen.
Van Tuinen: ,,Hier komt alles bij elkaar. We liggen aan de zee waar de windparken moeten komen. We hebben dichtbij afnemers van groene waterstof in de chemieclusters van Delfzijl en Emmen. We hebben het gasnetwerk van Gasunie voor de distributie. Bij Zuidwending hebben we de cavernes waarin we de waterstof kunnen opslaan. Daardoor kunnen we juist in deze regio het goedkoopst waterstof maken.” Hij vertrouwt er op dat de haalbaarheidsstudie van NortH2 gunstig uitpakt. ,,Er zijn natuurlijk al ruwe berekeningen gemaakt.”
Belangrijk is dat Wiebes nu een volgende stap maakt om Hydrogen Valley mogelijk te maken. Momenteel wordt een reeks windparken langs de Nederlandse westkust gebouwd. Binnenkort moet Wiebes de gebieden aanwijzen voor een volgende reeks windparken.
Meer ruimte nodig voor windparken
Boven Schiermonnikoog ligt al het windpark Gemini. Een windpark van ongeveer gelijke omvang mag daarnaast worden gebouwd. Maar voor het NortH2-project is veel meer ruimte nodig. Een van de hindernissen is dat een deel van dat gebied is ingeruimd voor oefeningen van de luchtmacht.
König: ,,Er spelen natuurlijk meer belangen, zoals van de visserij en het milieu. Dat wordt nu allemaal bekeken.”
Van Tuinen en de Seaports-directeur putten ook vertrouwen uit de reacties op de plannen. Van Tuinen: ,,We hebben hier delegaties gehad uit Zuid-Korea en Japan, waar ze toch ook erg bezig zijn met waterstof, die diep onder de indruk waren.” König: ,,Vorige week waren hier nog mensen uit Rotterdam. Die waren ook echt verrast. Het is voor het beeld ook mooi hoe de overheden in de regio meedoen. Kijk naar de provincie die het initiatief nam voor de proef met de waterstoftrein van Arriva. En de gemeente Groningen die een deel van zijn wagenpark, zoals vuilniswagens en bezemwagens, op waterstof laat rijden. Het laat zien dat de regio op een geïntegreerde manier bezig is. Dat iedereen ervoor staat.”
Experiment in Hoogeveen
Voor groene waterstof wordt naast grondstof voor de chemie ook een rol voorzien in de mobiliteit (als ‘brandstof’ voor auto’s, treinen, bussen, schepen) en de verwarming van huizen, waarmee in Hoogeveen een experiment begint.
De inzet is om vooral afnemers in de industrie te vinden, die grote hoeveelheden waterstof als grondstof gebruikt.
Rotterdam en Antwerpen
De inzet is om zo veel mogelijk verbruikers richting Eemsdelta te lokken. Van Tuinen en König wijzen op de komst van SkyNRG, dat bio-kerosine voor de luchtvaart gaat maken en daar groene waterstof voor nodig heeft. ,, Dat bedrijf heeft naar veel plaatsen gekeken, onder meer Rotterdam en Antwerpen. Maar ze zijn naar Delfzijl gekomen, omdat hier de omstandigheden het gunstigst waren”, aldus de Seaports-directeur.
Van Tuinen: ,,We werken intensief samen met de NOM. We kijken in het binnen- en buitenland kijken naar bedrijven waarvoor onze waterstofketen interessant is. Uiteindelijke is onze stip op de horizon: bedrijven, bedrijven, bedrijven… Door het einde van de gaswinning gaat hier veel werkgelegenheid verloren. Daar moet iets voor terugkomen.”
Waterstof ook belangrijk voor opslag groene elektriciteit
Een belangrijke functie van groene waterstof is ook dat er elektriciteit mee kan worden opgeslagen. Een duurzaam energiesysteem is sterk afhankelijk van groene elektriciteit van windmolens en zonnepanelen. Door wisselende weersomstandigheden kent de productie daarvan pieken en dalen. Dat geeft problemen op het elektriciteitsnet. Daarop moeten vraag en aanbod altijd gelijk zijn. Dat kan ertoe leiden dat de elektriciteitsproductie moet worden gestaakt, als het aanbod groter is dan de vraag. Er kunnen ook momenten zijn zonder wind en zon dat er te weinig elektriciteit is.
Groene waterstof biedt de mogelijkheid om elektriciteit op te slaan. De energiedrager wordt gemaakt door elektrolyse toe te passen op water. Dat wordt daarbij gescheiden in zuurstof en waterstof.
Als er een overproductie van groene elektriciteit is, kan die worden gebruikt om groene waterstof te maken. Daarin wordt die elektriciteit als het ware opgeslagen. Zo nodig kan de groene waterstof weer worden omgezet in elektriciteit als zon en wind het laten afweten.
Een belangrijke rol bij die opslag is weggelegd voor de zoutcavernes bij Zuidwending. Daarin wordt nu al aardgas opgeslagen. De bedoeling is dat daar ook buffers komen voor de groene waterstof.
De omzetting van elektriciteit in waterstof kan ook grote kosten op het transport besparen. Elektriciteitskabels zijn ongeveer tien keer zo duur als gaspijpleidingen. Daarom is het streven de waterstof uiteindelijk direct bij de windparken op zee te produceren. Dan zijn dure kabels niet nodig. Bovendien kunnen bestaande gasleidingen op land mogelijk ook op de zeebodem worden gebruikt voor het waterstoftransport.
Waar Nederland nu aparte systemen voor transport van gas en elektriciteit heeft, komt er in een duurzaam energiestelsel dus één systeem met een samenspel tussen moleculen en elektronen.
Waterstof ook belangrijk voor opslag groene elektriciteit
Een belangrijke functie van groene waterstof is ook dat er elektriciteit mee kan worden opgeslagen. Een duurzaam energiesysteem is sterk afhankelijk van groene elektriciteit van windmolens en zonnepanelen. Door wisselende weersomstandigheden kent de productie daarvan pieken en dalen. Dat geeft problemen op het elektriciteitsnet. Daarop moeten vraag en aanbod altijd gelijk zijn. Dat kan ertoe leiden dat de elektriciteitsproductie moet worden gestaakt, als het aanbod groter is dan de vraag. Er kunnen ook momenten zijn zonder wind en zon dat er te weinig elektriciteit is.
Groene waterstof biedt de mogelijkheid om elektriciteit op te slaan. De energiedrager wordt gemaakt door elektrolyse toe te passen op water. Dat wordt daarbij gescheiden in zuurstof en waterstof.
Als er een overproductie van groene elektriciteit is, kan die worden gebruikt om groene waterstof te maken. Daarin wordt die elektriciteit als het ware opgeslagen. Zo nodig kan de groene waterstof weer worden omgezet in elektriciteit als zon en wind het laten afweten.
Een belangrijke rol bij die opslag is weggelegd voor de zoutcavernes bij Zuidwending. Daarin wordt nu al aardgas opgeslagen. De bedoeling is dat daar ook buffers komen voor de groene waterstof.
De omzetting van elektriciteit in waterstof kan ook grote kosten op het transport besparen. Elektriciteitskabels zijn ongeveer tien keer zo duur als gaspijpleidingen. Daarom is het streven de waterstof uiteindelijk direct bij de windparken op zee te produceren. Dan zijn dure kabels niet nodig. Bovendien kunnen bestaande gasleidingen op land mogelijk ook op de zeebodem worden gebruikt voor het waterstoftransport.
Waar Nederland nu aparte systemen voor transport van gas en elektriciteit heeft, komt er in een duurzaam energiestelsel dus één systeem met een samenspel tussen moleculen en elektronen.
Bron: DvhN.nl