Veertien locaties werden bezocht en onderzocht. De keuze van Purified Metal Company (PMC) viel uiteindelijk op Delfzijl. En dus huist daar vanaf 2020 het eerste bedrijf ter wereld met een milieuvriendelijke en economisch haalbare methode om met asbest vervuild staalschroot te recyclen tot nieuwe grondstoffen voor de staalindustrie.
Ze werkten samen bij een groot staalproductiebedrijf in het westen van het land. Daar werden Jan Henk Wijma, Nathalie van der Poel en Bert Bult op een dag benaderd door een handelaar die, tegen een opvallend lage prijs, staalschroot wilde verkopen. Met asbest vervuild staalschroot, zoals snel zou blijken.
Ze gingen er niet op in. Wel maakte het hen ervan bewust dat het vervuilde materiaal onverkoopbaar is en daardoor gedumpt wordt. Want inderdaad, alleen al in Nederland komen jaarlijks grote hoeveelheden met asbest vervuild staal beschikbaar.
Gemiddeld zo’n tachtigduizend ton, ooit toegepast in onder meer gebouwen, woningen, treinen, schepen en industriële installaties. Het reinigen van vervuild staalschroot is lastig en kostbaar. Om die reden verdwijnt het nagenoeg allemaal in ondergrondse stortplaatsen. Dat moeten we niet willen, dacht het drietal ruim zeven jaar geleden. Waarom bedenken we geen veilige en verantwoorde oplossing?
Gepatenteerd proces
Inmiddels is het idee van destijds uitgegroeid tot een waar bedrijf: Purified Metal Company, kortweg PMC. ‘We hebben een nieuw en gepatenteerd proces ontwikkeld, waarmee verontreinigd staal kan worden gerecycled tot een hoogwaardige grondstof voor staalfabrikanten’, vertelt algemeen directeur Jan Henk Wijma. ‘Een circulair proces, volledig opgebouwd uit bestaande technieken uit verschillende industrieën, dat de asbestvezel vernietigt waardoor het geen gevaar meer vormt voor mens en milieu.’
In de zoektocht naar een geschikte locatie voor een fabriek kwam, in 2014, ook NOM Foreign Direct Investment in beeld. Het team van de NOM dat zich richt op het aantrekken van (buitenlandse) investeringen beschikt immers over een schat aan kennis over vestigingslocaties in Noord-Nederland.
‘Aan de hand van de gestelde criteria kunnen we al snel een shortlist aanleveren met de best mogelijke vestigingslocaties’, zegt Sander Oosterhof, manager Foreign Direct Investment en Business Development. ‘Bovendien kunnen we, door ons grote netwerk, bedrijven op de betreffende locatie in contact brengen met relevante partijen. En dat is ook exact wat in het geval van PMC is gebeurd.’
Kop en schouders
In totaal werden veertien mogelijke vestigingsplaatsen, verspreid over heel Nederland, bezocht en onderzocht. Uiteindelijk bleven Amsterdam en Delfzijl over. Er werd bewust gekozen voor de Noord-Groningse havenstad. Maar wat gaf nu precies de doorslag?
‘Delfzijl stak er gewoon met kop en schouders bovenuit’, benadrukt Jan Henk. ‘Omdat er voldoende ruimte, voldoende elektriciteit en voldoende arbeidsaanbod aanwezig is. Maar vooral ook omdat de instanties in de regio, zoals Groningen Seaports, de provincie Groningen en de gemeente Delfzijl, uitstekend met elkaar samenwerken.
De lijntjes zijn heel kort. Niet onbelangrijk, want als ondernemer kom je veel dingen tegen waar je vooraf niet aan gedacht had of die je nog niet hebt opgelost. Dan heb je al die partijen heel erg nodig. In andere regio’s merkten we dat we soms van het kastje naar de muur werden gestuurd.’
Tijdrovend en intensief
Nu een geschikte locatie was gevonden was het tijd voor een volgende stap: het financierbaar maken van de fabriek. ‘Een tijdrovend en intensief proces’, blikt Jan Henk terug. ‘We benaderden de NOM om deel te nemen in de financiering van het project.
Om de businesscase te beoordelen en het beslissingsproces binnen de NOM in goede banen te leiden werden Ruud van Dijk en Veronique Jeunhomme, respectievelijk Investment manager en Investment analist bij NOM Finance, ingeschakeld. Hun inspanningen bleven niet zonder resultaat. De NOM besliste als eerste om te financieren.
‘Mede door deze eerste stap besloten, naast Jansen Recycling Group uit Dordrecht, aandeelhouder van het eerste uur, ook NIBC Bank, de provincie Groningen, Groningen Seaports en het GROEIfonds van het Economic Board Groningen in PMC te investeren.
Daarnaast is vanuit de regeling Regionale Investeringssteun Groningen (RIG) een subsidie beschikbaar gesteld. BNG Bank en Rabobank Utrecht en Omstreken complementeren de financiering. ‘Zelf waren we al snel overtuigd van de kwaliteit van het plan en de manier waarop deze ondernemers ermee bezig waren’, vertelt Ruud van Dijk. ‘Overal was over nagedacht, tot in de kleinste details. Het hele verhaal zat gewoon heel goed in elkaar. Vandaar dat we ook andere financiers over de streep wisten te trekken.’
DELFZIJL STAK ER GEWOON MET KOP EN SCHOUDERS, BOVENUIT VOORAL OOK OMDAT DE INSTANTIES IN DE REGIO, ZOALS GRONINGEN SEAPORTS, DE PROVINCIE GRONINGEN EN DE GEMEENTE DELFZIJL, UITSTEKEND MET ELKAAR SAMENWERKEN
Aanwinst
Een van die financiers is, zoals gezegd, het GROEIfonds. Investment manager Sytze Hellinga van het GROEIfonds kende weinig twijfel om geld in PMC te stoppen, zegt hij. ‘We hebben al in een vroeg stadium besloten om mee te doen. PMC voldoet aan alle door ons gestelde criteria.
Allereerst is het een innovatief en duurzaam bedrijf met een goed managementteam en een onderbouwd businessplan. Er wordt een veilige en circulaire oplossing geboden om vervuiling tegen te gaan en op jaarbasis de helft aan CO2 te besparen ten opzichte van het reguliere proces.
Daarnaast levert het ook nog eens 68 nieuwe arbeidsplaatsen op. PMC mag daarom met recht een aanwinst voor de regio worden genoemd.’ Afgelopen juli is gestart met de realisatie van de fabriek aan de Oosterwierum, tussen het water en het zonnepark, in Delfzijl. Naar verwachting wordt het in de zomer van 2020 werkend aan PMC overgedragen.
Bron: NOM.nl