Rijkswaterstaat heeft de afgelopen tijd de vaargeul tussen de Eemshaven en de Noordzee verruimd. Zaterdagmiddag is het project op een nieuwe kwelder in Delfzijl afgesloten.
De vaarroute is nu geschikt voor schepen met een diepgang tot veertien meter. Hierdoor is de Eemshaven – de grootste zeehaven van het Noorden – beter bereikbaar. En dat is weer belangrijk voor de economie van Noord-Nederland.
Veilig varen
'Door de economische ontwikkeling in de Eemshaven kwamen er steeds grotere schepen. Die moeten hier veilig kunnen varen', zegt woordvoerder Okke van Brandwijk van Rijkswaterstaat.
Over een lengte van 40 kilometer is de vaarweg op verschillende plekken uitgebaggerd. Op sommige stukken was het water al diep genoeg. Een deel van de bijna negen miljoen kuub keileem en zand dat vrijkwam bij de werkzaamheden is gebruikt voor de aanleg van twee vogeleilanden bij de Eemshaven en Delfzijl.
Torpedomijn gevonden
Tijdens de 1,5 jaar durende werkzaamheden kwamen de gravers een aantal bijzondere dingen tegen.
'We hebben een grote torpedomijn gevonden, een explosief van vijfhonderd kilo. En heel veel kabels en visnetten', zegt Van Brandwijk. Het explosief is destijds onschadelijk gemaakt door de Explosieven Opruimings Dienst.
Bron (en video): RTVNoord
