De bedrijven die in Nederland verantwoordelijk zijn voor de levering van gas en elektriciteit bundelen hun krachten om schone energie uit zon en wind te kunnen opslaan. Omdat zon en wind zich niet laten sturen is de opslag van schone energie cruciaal voor de overgang van fossiele naar schone energie.
De Gasunie stapt daarom in een consortium van elektriciteitsnetbeheerder Tennet dat samen met Duitsland en Denemarken alle windmolenparken op de Noordzee aan elkaar wil koppelen via een kunstmatig eiland op de Doggersbank. De bedrijven hebben dit vanochtend bekend gemaakt op een symposium in Groningen.
De Gasunie moet op het eiland een deel van de windenergie om gaan zetten in waterstof. Dit groene gas zou zoveel mogelijk via bestaande gasleidingen aan land moeten worden gebracht. Het initiatief, waar ook Groot-Brittannië, België en Noorwegen aan moeten gaan deelnemen, wordt gesteund door de Europese Commissie.
In het Groningse Zuidwending bij Veendam werken Gasunie en Tennet al samen aan een fabriek waar zonne-energie en windenergie vanaf volgend jaar worden omgezet in waterstof. De waterstof zal onder meer gebruikt worden om 20 bussen in Groningen van brandstof te voorzien.
De fabriek staat in Zuidwending omdat de Gasunie hier de waterstof net als aardgas kan opslaan in lege zoutkoepels. Het zout uit de koepels wordt even verderop in Delfzijl gebruikt in de chemische fabriek van AkzoNobel. De 'groene' elektriciteit die de Gasunie gaat gebruiken is onder meer afkomstig uit een eigen park met zonnepanelen. Daarnaast levert Tennet groene stroom via de Eemshaven van windparken op de Noordzee en uit Noorwegen en binnenkort Denemarken.
Opslag van schone energie is de grote uitdaging voor bedrijven en overheden in de overgang van fossiele naar schone energie. Accu's die bijvoorbeeld in elektrische auto's zitten zijn erg kostbaar. Accu's die op grote schaal schone energie kunnen opslaan voor momenten dat het niet waait en de zon niet schijnt zijn nog niet rendabel. Waterstof kan gebruikt worden als brandstof voor auto's, bussen, vrachtwagens en de industrie, maar kan ook later weer omgezet worden in elektriciteit.
Uit onderzoek in opdracht van Tennet blijkt dat er de komende tientallen jaren nog veel meer windmolenparken op de Noordzee moeten komen om aan de doelen van het klimaatakkoord van Parijs te voldoen.
Via kabels onder de zeebodem leveren landen nu stroom aan elkaar maar dat kan efficiënter als die elektriciteit al vanaf zee naar de eindgebruiker wordt gestuurd.
Nu al is er soms windenergie over. Bij harde wind op een zondagmiddag leveren de windmolenparken voor de Duitse kust soms meer stroom op dan er kan worden afgenomen. Die overtollige elektriciteit zou omgezet kunnen worden in waterstof. Gisteren adviseerde een speciale commissie de Nederlandse overheid om 200 miljoen euro per jaar te besteden aan experimenten met het bedrijfsleven om elektriciteit om te zetten in gassen als waterstof en ammonia.
Waterstof wordt al tientallen jaren net als ammonia gebruikt in de industrie, bijvoorbeeld bij de productie van kunstmest. De toepassing als brandstof voor transport is de afgelopen jaren verder ontwikkeld. Inmiddels rijden er in Nederland tientallen bussen op waterstof en grote Duitse automerken werken naast de ontwikkeling van elektrische auto's ook aan nieuwe auto's die op waterstof kunnen rijden.
Bron: NOS.nl