De productie van elektriciteit door windmolens is in Nederland vorig jaar met ruim 30 procent toegenomen tot 7,6 miljard kilowattuur.
Dat is 6 procent van de stroom die ons land verbruikt. Met de productie konden 2,5 miljoen huishoudens van elektriciteit worden voorzien.
Nieuwe types windmolens
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het schrijft de toegenomen productie onder meer toe aan het gereedkomen van het windpark Delfzijl-Noord van Eneco. Dat versterkt de positie van de provincie Groningen als de op een na grootste leverancier van stroom van windmolens op land. Die plek dankt het met name aan de vijf windparken in de Eemsdelta, die vorig jaar goed waren voor zo’n 15 procent van de geproduceerde windstroom. Flevoland brengt de meeste windenergie voort, vorig jaar twee keer zo veel als Groningen.
Het CBS schrijft de toegenomen productie niet alleen toe aan de toename van het aantal molens, maar ook aan de nieuwe types. Nieuwe generaties windmolens worden steeds hoger. De ashoogte reikt soms tot boven de 95 meter. Ook de rotorbladen worden steeds groter.
Groter, hoger, rendabeler
Deze geavanceerde windmolens kunnen veel meer elektriciteit opwekken. Een derde van de turbines heeft een ashoogte boven de 70 meter. Die categorie was in 2015 goed voor 60 procent van de productie.
Nederland telde vorig jaar 139 turbines op zee en ruim 2000 op land. Daarvan stonden er 444 in Groningen. Ook wat betreft dit aantal moet de provincie Flevoland ver voor zich dulden. Die telde er in 2015 1040.
De positie van Drenthe als producent van windenergie is nog zeer bescheiden. Die betreft voornamelijk acht verspreid over het Europark in Coevorden geplaatste turbines met een gezamenlijk vermogen van 20 megawatt, die ongeveer een half procent van de Nederlandse productie voor hun rekening nemen.
Aardgas en kolen blijven belangrijk
Als het aan minister Henk Kamp ligt, is het opgesteld vermogen in 2020 landelijk toegenomen van de ruim 3000 megawatt in 2015 tot 6000 megawatt. Alle provincies hebben beloofd een deel van de daarvoor benodigde windmolens te plaatsen. Groningen heeft ingestemd met een toename van het opgesteld vermogen van 379 megawatt in 2015 tot 855 megawatt in 2020. Drenthe heeft getekend voor 286 megawatt. De komst van de nieuwe windparken is in beide provincies zeer omstreden. De windmolens op zee hadden gezamenlijk een vermogen van 400 megawatt.
Van de elektriciteit die Nederland verbruikt wordt nog altijd driekwart opgewekt met het stoken van aardgas en kolen. Naast windmolens leveren de stook van biomassa, zonnepanelen en het buitenland de rest van de stroom.
Bron: DvhN.nl