In een tweejarig onderzoek naar de havens van Groningen Seaports en die van Den Helder en Amsterdam, wordt duidelijk dat ze een grote rol kunnen spelen in de energietransitie. Als ze daarin gaan samenwerken, zou dat kostenvoordelen op kunnen leveren van 300 miljoen euro, zo wordt berekend.
Groene waterstof
Het gaat daarbij vooral om de behoefte aan groene vormen van gas, waaronder waterstof. Dat gas wordt steeds meer in de industrie en het vervoer gebruikt.
De onderzoekers verwachten dat, behalve import, ook de eigen productie van groen geproduceerde waterstof veel belangrijker wordt.
Genoeg elektriciteit van windparken op zee
Vooral de grote toename van elektriciteitsproductie uit wind op de Noordzee biedt de de mogelijkheid om een deel van de opgewekte elektriciteit relatief goedkoop in te zetten voor de productie van waterstof. Wel moet daarvoor veel worden geïnvesteerd in technologie die de productie, transport, opslag en verwerking van waterstof uit wind op zee mogelijk maakt.
Het onderzoek laat in verschillende scenario’s zien dat de gezamenlijke productie van groene waterstof in de noordelijke havengebieden kan groeien tot zo’n 16 gigawatt. Dat is vergelijkbaar met het huidige verbruik van aardgas in de hele Nederlandse industrie. Ook kan dat nog worden aangevuld met zogeheten blauwe waterstof die geproduceerd wordt uit aardgas.
Strategische positie noordelijke havens
De onderzoekers stellen vast dat de noordelijke havens een goede strategische positie hebben, want productie en transport van waterstof zal vooral geconcentreerd zijn in havengebieden met sterke verbindingen naar de nieuwe windparken en waar waterstof gebunkerd kan worden.
Het zou dan ook voor de hand liggen dat de havens door hun ligging ten opzichte van de windparken de komende decennia een sleutelpositie innemen als energieknooppunt van het Noordwest-Europese energiesysteem, aldus de onderzoekers
Bron: RTVNoord.nl