Ongekende bloei op industriegebied Delfzijl, maar gaan de plannen ook door?

16 feb 2024Nieuws

Niet eerder beleefden Delfzijl en de Eemshaven zoveel belangstelling van industriebedrijven. Op vrijwel alle industrieterrein liggen reserveringen of anders zijn er wel offertes voor aangevraagd. Tegelijk zijn er grote zorgen over het doorgaan van de investeringen van bij elkaar vele honderden miljoenen euro’s.
Her en der is nog een hoekje van enkele hectares beschikbaar, maar een bedrijf dat even wat meer ruimte nodig heeft zal elders een plek moeten zoeken. Mede vanwege het ruimtegebrek heeft Groningen Seaports al meerdere investeerders nee moeten verkopen.
‘We zitten nu in de gelukkige omstandigheid dat we keuzes moeten maken’, zegt directeur Cas König van Groningen Seaports. Een cryptominer bijvoorbeeld werd de deur al gewezen. Die hoeven ze hier niet vanwege het exorbitant hoge energieverbruik van dergelijke bedrijven die cryptogeld genereren.

Bijna geheel Oosterhorn onder reservering

De kaarten die de beheerder van de zeehavens en industrieterreinen voor intern gebruik hanteert vertellen in een oogopslag het hele verhaal. De blauwe vlekken staan voor de reserveringen op industriegrond. En zowel de Eemshaven als het Delfzijlster industriegebied zijn óf bezet door bestaande bedrijvigheid óf vrijwel volledig blauw gekleurd.
Bijna het gehele Oosterhorngebied is onder reservering. Voor terreinen waar nog geen reserveringen op ligt, worden volgens Groningen Seaports gesprekken gevoerd met diverse partijen en in meerdere gevallen liggen daar ook al offertes op.
Ook liggen bouwplannen of uitbreidingsprojecten klaar van bestaande ondernemingen. Wat er dan nog overblijft is ongeveer 160 hectare ruimte in Delfzijl en 77 in de Eemshaven, op een totaal van 2.843 hectare industrieterrein. Wat er rest zijn veelal kleinere niet aaneengesloten stukken die niet geschikt zijn voor een wat grotere fabriek.

Bedrijfssluitingen en vastgelopen projecten

Dit is vooral voor Delfzijl een opvallende ontwikkeling die nogal tegengesteld is aan het beeld dat over de Groningse industriegemeente groeide in de afgelopen jaren. Daarin kwamen vooral bedrijfssluitingen en vastgelopen projecten voorbij. Aluminiumfabrikant Aldel ging failliet, de biomethanolfabriek OCI ligt al tijden stil en de nieuw opgestarte recyclingfabriek van PMC ging na korte tijd operationeel te zijn geweest ook op de fles.
‘Voor corona spraken we met ongeveer twintig bedrijven, na corona waren dat er rond de zeventig’, schetst directeur Cas König van Groningen Seaports de situatie. Zoals gebruikelijk is König terughoudend met het noemen van namen van bedrijven. Het adagium luidt dat er alleen over contracten, niet over contacten wordt gesproken.
De ongekende belangstelling voor met name Delfzijl verklaart König uit het gebrek aan grond in Nederland voor zware industrie, zogeheten categorie 5.1-bedrijven. Delfzijl is een van de weinige plekken waar dergelijk terrein nog beschikbaar is.
‘Bedrijven kloppen ook wel aan op de Tweede Maasvlakte bij Rotterdam, maar daar krijgen ze hetzelfde antwoord als hier. Ook daar is de grond grotendeels gereserveerd.’
Een andere reden voor de toestroom van bedrijven is volgens König het ontstaan van nieuwe industrie rond biobased, energieproductie en recycling: ‘Nieuwe takken van sport die over het algemeen veel ruimte nodig hebben en waar Groningen Seaports zich al jaren op richt.’

Vraagtekens rond investeringsplannen

Toch is de interesse van al die bedrijven maar de helft van het verhaal. König heeft het investeringsklimaat flink achteruit zien gaan, waardoor het maar de vraag is in hoeverre bedrijven bereid zijn of in staat zijn plannen van de grond te trekken.
‘De onzekerheid voor bedrijven is enorm toegenomen’, verklaart König. Het komt door hoge energiekosten, bouwkosten die tot veertig procent zijn gestegen en de hogere rentestand die geld voor investeringen duurder maakt.
Ook het overvolle elektriciteitsnet is een drempel. Bedrijven die nu een stroomaansluiting aanvragen moeten jaren wachten voordat ze die krijgen. Verder zijn de vergunningentrajecten voor vooral vernieuwende initiatieven langdurig. ’Dat zijn geen zaken die ons helpen’, stelt König droog vast.

Bedrijven kijken naar andere landen

Internationale bedrijven richten daardoor hun vizier op het buitenland, stelt König. Het beleid van de Nederlandse overheid speelt daarbij zeker mee: ‘Er is vooral voor de energie-intensieve industrie geen gelijk speelveld, dergelijke bedrijven betalen in Nederland veel meer.’
Het gebrek aan steun heeft er volgens König aan bijgedragen dat in korte tijd een reeks bedrijven het loodje hebben gelegd of vertrekken: Aldel, PMC, glasvezelfabrikant NEG in Westerbroek, lampenglasmaker QSIL in Winschoten, kartonfabriek De Halm in Hoogkerk.
Het verhaal van König wordt onderbouwd door een rapport van consultancy-organisatie PwC over de gevolgen van een verschil in vestigingsklimaat voor bedrijven die veel energie gebruiken. Aan de hand van een studie van zes bedrijven concludeerde PwC dat produceren in Nederland duurder is dan in buurlanden. Helemaal goedkoop is het in de VS. Het kostenverschil komt vooral door directe steun aan bedrijven en lagere belastingen.

Nederland is duurder dan buurlanden

Ook Frans Alting van Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta is ondanks alle veelbelovende reserveringen allerminst optimistisch over de ontwikkelingen in Delfzijl. ‘We zien dat investeringsbeslissingen worden uitgesteld of worden ingetrokken. Wat vooral in het oog springt is dat die bedrijven wel overwegen hun investeringen elders te doen. Omdat het hier niet loont en in een ander land wel.’
Ook Alting wijst richting de overheid. ‘Een investeerder wil zekerheid, maar de overheid is een schuivend paneel. Dat geeft bedrijven het gevoel dat ze op drijfzand zitten.’
Welke bedrijven willen naar Delfzijl en de Eemshaven?

Het zijn hoofdzakelijk bedrijven uit in de biobased-industrie en de recycling die zich in Delfzijl willen vestigen. De biobased-bedrijven komen aan de noordzijde van het Oosterhornkanaal. Ze werken met biomassa als grondstof: houtafval, reststromen uit de landbouw of gft-afval. Er wordt veelal gas van of stroom mee gemaakt. De zuidkant van het Oosterhornkanaal is meer voor recycling van kunststoffen, textiel maar ook autobanden of accu’s. 

Nieuwe initiatieven zijn:
Bio Energy Netherlands werkt aan een fabriek die biomassa omzet in gas
Perpetual Next plant twee fabrieken, DeltaTorr en DeltaNor. Afvalstromen worden er via een proces van verhitting (torreficatie) in een houtskoolachtige stof omgezet. In de andere fabriek wordt er daarna methanol van gemaakt.
– SFP (Sustainable Fuel Plant) kondigde in januari aan dit jaar een fabriek te bouwen voor de productie van biogas
Uppact ondertekende in januari een grondcontract. voor een fabriek die plastic- en textielafval wil verwerken tot bouwmaterialen.
BioBTX werkt aan plannen voor een plasticrecycling-fabriek
SkyNRG, fabriek voor biobrandstof voor vliegtuigen

Nieuwe initiatieven in de Eemshaven:
Van Merksteijn, plannen voor bouw staalfabriek
Equinor (Noors) wil samen met het Duitse gasbedrijf Linde een waterstoffabriek bouwen.

Bron: RTVNoord.nl

Meer nieuws in deze categorie

Bijeenkomsten 2024

Bijeenkomsten 2024

Wij hebben voor 2024 data geprikt voor de Eemshaven.Info-bijeenkomsten. Alvast handig om te noteren. Uiteraard ontvangen genodigden tijdig nadere informatie. 23 mei: Flonk: thema-lunchbijeenkomst 13 juni: Delfsail ontbijtbijeenkomst 27 juni: Golfevent Eemshaven.info...

Lees meer